Al mijn objecten zijn handgevormd. Ik gebruik verschillende technieken m.b.t. het stoken en decoreren. Veel van het werk is AARDEWERK: Dit is een verzamelnaam voor schalen, bekers potten, dozen en andere objecten gevormd en gebakken uit klei. Door de klei, na droging, te bakken op een temperatuur van 900- 1060 graden Celcius, de biquitstook, zullen de kleideeltjes dicht aan elkaar klitten. Het werkstuk blijft dan nog wel poreus. Om het waterdicht te maken moet het met een glazuurlaag worden bedekt en opnieuw gestookt.  STEENGOED: Keramiek wordt steengoed genoemd als het werk op een temperatuur van meer dan 1200 graden gestookt is. De scherf, het werk, is dan ook zonder glazuur waterdicht. RAKU: Dit stookproces is afgeleid van een oorspronkelijke Japanse theeceremonie. De objecten worden na de bisquitstook (900 graden) gedeeltelijk geglazuurd en in de rakuoven, gedurende ongeveer een uur, opgestookt tot 1000 graden. Vervolgens worden de nog zeer hete stukken uit de oven gehaald. Het glazuur zal door de enorme temperatuurschok, van 1000 naar 20 graden, gaan barsten. Wanneer je de nog hete objecten in een ton met zaagsel plaatst, zal dit meteen vlam vatten. Door vervolgens een deksel op de ton te plaatsen ontstaat er een enorme rookontwikkeling. De rook zal in de ontstane barsten in het glazuur dringen en tevens in de nog poreuse, niet geglazuurde delen klei. Het reducerende (zuurstofarme) effect in de ton heeft zijn invloed op de glazuren. Als deze bijv. koper bevatten zal dit glazuur van groen tot roodkoperkleur kunnen verlopen.    DECORATIETECHNIEKEN: Naast de hierboven genoemde Raku techniek maak ik ook gebruik van: - Schilderen met engobes (kleipoeder + een kleurpigment). - Met pigment of oxiden ingekleurde kleiplaten, waarin weer stukjes gekleurde klei ingelegd worden. (intarsia) - Glazuren, geprepareerde, maar ook zelf samengestelde. - Gebruik van gescande foto's, afbeeldingen, omgezet in transfers, aangebracht op de geglazuurde scherf. (zie PI-serie) 
|
|---|
